Waarom een rit door Duitsland! Wsl. Omdat ik het land niet zo goed ken en heb gelezen, gehoord en toch ook de laatste jaren gesnuffeld dat het vreselijk mooi is. Groot met weidse natuur. Bergen trekken me niet zo, dus kom je al gauw in het noorden uit. Het oude oost Duitsland heeft natuurlijk ook nog de laatste tig jaren een culture en politieke ontwikkelingen meegemaakt, welke ik van dicht bij eens wil bekijken. Daarbij is het zeer dun bevolkt, met een ongerepte en uitgestrekt natuur.
Ik ben van de na-oorlogse generatie en hadden we het
vroeger alleen over de moffen. Duitsland was een land welke je gebruikte om zo
snel moegelijk doorheen te rijden. Zo’n
10 jaar geleden kwam ik in aanraking, via de Criollopaarden, met wat Duitsers
en dat waren nog aardige mensen ook.
Mijn kennissenkring werd al snel steeds groter en de social media maakt
het allemaal toegankelijker. Ik ben er al diverse keren op bezoek geweest bij
Criollomensen en ik heb een andere blik gekregen.
Ik sta er zeg maar, open voor.
Vrijdag, 31 juli
Vandaag gaat het dan eindelijk gebeuren. Elly brengt mij
naar Kootwijk, waar ik met Ad om 7.30 heb afgesproken. Spulletjes overladen,
paarden in de trailer en op naar Dalwitz, Rostock. Gelukkig loopt Tasunke ook direct, zonder
problemen de trailer op. Ik had wat verzet verwacht, omdat ze het nog niet zo
gewend is, maar onterechte gedachte dus. Met prachtig weer rijden we,
uitgezwaaid door Elly, Teresa en Jan, het avontuur tegemoet.
De rit van zo’n 600 km verloopt probleemloos. Een beetje
file bij Hamburg, mocht de pret niet drukken. Na Hamburg wordt het ook al snel
rustiger op de weg en aan de kleur van het asfalt en de plaatsnamen die
eindigen op -ow(Wardow, Thelkow etc.) of op -itz, merk je dat je een beetje
andere wereld in rijdt. Soms zie je een plaatsnaam ook nog in het Russisch
vermeld. Het oude DDR.
Rond 16.30 rijden we het terrein van landgoed Dalwitz op en melden ons bij de receptie. Eerst de paarden op de wei en dan naar ons appartement, die in een zijvleugel van het landhuis zelf is. Het klinkt allemaal luxe en dat is het ook wel een beetje, maar om te beginnen wel lekker. De komende 2 maanden zal ik het hoofdzakelijk van de luxe van een tentje moeten hebben.
De paarden gaan op een weide met allemaal bomen. Hierbij
hou ik mijn hart en beetje vast ivm schuren van Omar. Het is ook gelijk een
goede test, want dit soort weides zal ik vaker tegenkomen. Het gaat gelukkig
goed. Een beetje wrijven, maar dat mag.
In het restaurant gaan we een hap eten hebben een prima
steak van eigen koe, gegrilled op een echt houtvuur a la sud America. Goed glas
wijn er bij. De boys uit Holland zijn in
de stemming.
La Primera
Is het paarden
onderdeel van landgoed Dalwitz, welke in bezit is van de adellijke familie
Basewitz. Al sinds 1300. Groot 3000 ha.
Aan het einde van
WO2 is de familie er door de Russen uitgezet en is het in staatshanden geweest.
Met het vallen van de muur(die Wende), kwam ook het landgoed weer vrij en dus
terug bij de Basewitzjes. De rechthebbende Heinrich Basewitz(zeg maar Heino),
landbouwkundig ingenieur, was op dat moment werkzaam aan een project in
Uruguay, samen met vriend/collega Conrad Hoyos. Ook een Duitse graaf met
Spaanse achtergrond.
De beiden graafjes
zaten daar te fantaseren wat ze met het landgoed konden doen.
Criollos fokken.
Aldus geschiedde. Een paar merries en een hengst werden overgevlogen en nu 25
jaar later lopen er zo’n 100 Criollos rond en zijn er al heel wat verkocht.
Conrad ken ik van
mijn contacten met de Duitse criollowereld. Karsten en ik zijn daar een aantal
jaren geleden ook ooit op een criolloweekend bij hem thuis geweest.
Ik heb La Primera
altijd al eens willen bezoeken en dit is een mooie aangelegenheid.
Volgende morgen gaan we eens informeren waar al die mooie
Criollos staan.
Gabriel is de beheerder van de stal en legt ons eea uit
over de situatie van de paarden op La primera. Zijn vrouw Monica zal ons
rondleiden vanmiddag, om 14.00uur, anders vinden we het niet. We kunnen al wel
kijken naar een groep merries met hengst, niet al te ver van het dorpje.
Dat kunnen we mooi te paard doen. Ad kan op Omar. Hij heeft nog nooit op een ander paard gezeten, dan zijn paso Peruano hengst. Hij gaat altijd mee met Criolloritten, maar dit wordt dus zijn eerste echte Criollorit. De rit gaat over een binnenweg. Hoofdzakelijk poepkeien.
Op de aangewezen plek zien we geen Criollos. We rijden maar
een stukje en zijn op tijd terug voor de rondleiding.
Met Monica gaan we met de auto eerst de door ons gemiste groep
bekijken. Door het hek, over een heuvel vinden we de schitterende tostado hengst omringt door aan een stuk of 10 merries en wat veulens. De hengst is voor veel geld geimporteerd uit Uruguay. De paarden lopen te samen met een kleine kudde koeien. Wat hier direct opvalt is de enorme weidsheid. Zeer grote weides met bossage en een meertje.
Vervolgens gaan we een aantal km verderop naar een weide waar een Moro hengst loopt. Deze
hengst is eigen fok. Mooi,stoer, compact, sterk paard. Ook hij loopt met een paar merries.
We krijgen nog een weide met jonge merries en eentje met
ruinen te zien. Die laatste moesten we echt zoeken, omdat alles zo groot is.
Geweldig zoals de paarden hier bijna op z’n zuid Amerikaans kunnen rondlopen.
Het zijn stuk voor stuk mooie paarden. Dan zie je toch wel heel duidelijk het
verschil tussen echte criollos en mestizos.
Monica kan ons ook veel vertellen over de rest van
landgoed, wat hoofdzakelijk een bio agrarisch bedrijf is. Naast de landbouw ook
nog een kippenbedrijf(10.000 stuks), puur alleen eieren, en ook nog 800 vleeskoeien.
Alles Bio. Met dan ook nog verhuur van vakantie woningen/appartementen, een heel
gevarieerd bedrijf met 25 man/vrouw personeel.
Zondag om 7.30 hangt Ad de trailer achter zijn auto en gaat weer terug naar huis. Het is een schitterende ochtend en ik loop op mijn gemak nog een tijdje tussen een kudde van ongeveer 20 paarden, die vlak achter het landhuis in een mooie weide staan te dagdromen in de ochtendzon. Het is een ontzettend mooi sfeertje.
Daarna ga ik mijn spullen pakken, want ik moet nog een nachtje verhuizen naar een andere kamer. Wat heb ik toch een hoop spullen bij me. 2 zadels is ook al veel slepen. Als extra heb ik ook 2 uitrijvliegendekens en nog een vliegendeken evt. voor Tasunke en/of reserve voor Omar. De paarden moeten gelukkig hun eigen troep zelf dragen en het past er allemaal op.
Om 16.00 belt Christine op vanuit Berlijn, dat ze nog
langs wil komen. Verrassend en gezellig. Ik zou bij haar langs gaan in Berlijn,
maar net die tijd is ze er niet, dus dan zo maar om elkaar toch nog te zien. Ze
blijft ook slapen. De bank is vrij.
Maandag 3 augustus
Vandaag dan mijn eerste dag op pad. Ik moet eerst weer
alles goed inpakken en het blijft nog een beetje zoeken, hoe en waar ik alles
logisch instop en ook weer terug kan vinden. Links en rechts moeten qua gewicht
ook in balans zijn De basis dingen
zitten nog in mijn geheugen opgeslagen van de vorige trip. Alleen heb ik nu met
2 paarden te maken.
Tasunke is pakpaard en alles gaat op mijn oude
westernzadel. Dat past goed en blijft goed liggen
Belangrijke dingen hou ik bij me op Omar. Moet natuurlijk
niet hebben dat Tasunke er met mijn geld en papieren van doorgaat.
Het opzadelen vraagt veel tijd en vraagt nog wat routine.
Dat zal elke dag sneller gaan. Eindelijk ben ik zover. Ik had wel wat vroeger
weg gewild, maar het is niet anders. Ik hoef de eerste dag niet zover. Als ik
maar weg ben. Even in het ritme komen. Ik wordt uitgezwaaid door Christine.
De eerste paar uur zijn de paarden wat onrustig. Zullen
ze in de gaten hebben dat ze in Duitsland zitten! Er zitten erg veel dazen en
ondanks de vliegendekens valt er nog genoeg bloots te vinden om in te prikken.
Tasunke wil er maar naast lopen en dat is niet handig met de pakzadels op
kniehoogte.
Het is erg dun bevolkt dus ook rustig op de wegen. Vooral
op de binnenweggetjes kom je haast geen mens tegen. We gaan ook veel over
landwegen tussen de enorm uitgestrekte graanvelden.
Het landschap is glooiend
en doet een beetje denken aan Noord Frankrijk. Zo om de 3 km wel een dorpje, maar dat zijn vaak niet meer
dan een paar huizen.
Ik maak een navigatie fout en rij 5 km verkeerd. Opletten
Paul. Na de lunchpauze gaat het beter met de paarden en loopt Tasunke weer
braaf achter me. Het is ook behoorlijk warm.
Om 16.00 komen we in het dorpje Dodendorf. Ik vind het
mooi geweest en we moeten maar eens op zoek naar een slaapplek. We komen langs
een simpel plat huis en in een soort garage zitten een oudere man en jongere
vrouw met een baby op schoot in een paar oude fauteuils. Achter het huis had
een ik kleine weide gezien. Ik vraag of ze een plekje voor me weten. Weide voor
de paarden en mijn tent.
gaan kunnen ze wel op de weide achter het huis. Eerst
maar eens kijken. Door een bijkeuken en de hoek om door een halletje ging het
naar achteren.
Als er wat troep aan de kant geschoven wordt en de paarden
voor het huis afzadelen, gaat het wel lukken. De man werd helemaal enthousiast.
Dat vindt ie nou leuk. Ondertussen stonden er al zo’n
Man of wat op de stoep te kijken naar wat er nou toch
weer gebeurde in het dorp. De man met wandelstok in de ene- en Omar in de andere hand voorop en ik met Tasunke erachter aan. Het paste allemaal net. Langs een woeste
hond in een hok komen we op het
weidje. Perfecte plek. Nog grotendeels omheind ook. Een paar touwen erbij en klaar.
weidje. Perfecte plek. Nog grotendeels omheind ook. Een paar touwen erbij en klaar.
Water voor de paarden kwam uit een diepe put. Moest
persee van die man daaruit komen. Paarden moeten goed water hebben. Het duurde
ff, want er moest een pomp naar beneden en voordat die werkte, was de dorst al
bijna over. Niet voor ons, want ik stond al gauw met een pot bier in mijn hand.
Er liepen diverse jonge mensen rond. Elke keer weer een ander gezicht. Hoe de
relaties nou waren werd niet helemaal duidelijk. De man had 1 zoon, een
schoondochter + kleinkind, vertelde die, en die woonde bij hem in. Het duurde
ff voordat ik door had wie de zoon nou was. Die kwam pas later binnen want die
werkte. Er was nog een meisje die werkte en de rest was allemaal werkeloos.
De man heet Kurt en al snel hadden we het, ivm die
werkloosheid, over het oude systeem. Kurt miste
dat. Toen bestond er geen werkeloosheid en had iedereen een huis.
Iedereen had het weliswaar niet breed, maar het was er. De Russen waren toffe
peren. Hadden hem nog geholpen met zijn huis bouwen. Ook Poetin was een toffe
peer. Die man had tenminste ballen en liet zich niet wegdrukken door het
westen. Om het gezellig te houden ben ik er maar niet verder op ingegaan. Kurt
was gescheiden en had last van epilepsie. Hij vond het leuk dat al die jongelui
bij hem over de vloer kwamen. Ze hebben veel lol en er wordt veel gedronken.
Vooral de weekenden waren bal.
Ik was blij dat het maandag was. Kurt is verder een
lieve, vriendelijke man en ik was blij met mijn plekje.
Dinsdag 4 augustus
Het is erg warm Met de voorbereiding gutste het me al van
de kop. Het werd weer later dan ik had gewild. Kurt stond er op dat ik eerst
nog koffie dronk. Een paar jonge mannen zaten al weer aan het bier. Je kunt
maar dorst hebben.
Ik wilde eerst naar Teterow om goede kaarten te kopen.
Teterow is een grotere plaats en er zal vast wel een boekhandel zijn.
De route naar Teterow ging over een dijk, waar vroeger
een spoorlijn gelopen had. Af en toe kwamen we nog een stuk rails tegen. Vlak
voor Teterow, na zo’n 6 km. 2
verspringende muurtjes over het pad. Gedver. Ik had weinig zin om dat hele stuk
weer terug te gaan. Tussen de muurtjes zat wel een doorgang, maar ik twijfelde
of Tasunke er met die uitstekende tassen tussen door kon. De muurtjes leken net
zoo hoog dat de tassen er overheen konden. Misschien ook niet. Eerst Omar er
door. No problemo. Als Tasunke heel voorzichtig en rustig ging, kon het, met
een beetje tillen van de tas net.
Tasunke ging niet heel voorzichtig. Die drukte gewoon
door. Ik hoorde het schuren. De schade viel gelukkig mee. Het leer van de
stijgbeugel was wat afgeschuurd. Kan ik mee leven.
1 km verder weer zo’n obstakel, met een nog smallere
doorgaan. Scheisse, om het maar op z’n Frans te zeggen. Tegen beter weten in
probeerde ik het, maar gelukkig was Omar zo verstandig om er niet doorheen te
willen. Ik bekeek de zijkanten. Aan 1 kant liep een redelijk diep gelegen en
begroeide greppel/sloot, waarvan ik niet kon zien hoe het met de bodem gesteld
is, met aan de andere kant een graanveld. Dan zo maar. Ging gelukkig goed. Met
wat hindernissen en over een fabrieksterrein kwamen we vlak buiten Teterow uit.
Aan de grens stond een man met een camera me op te
wachten. Of het mocht; Ja, van mij wel.
Hij was van de plaatselijke krant en had me onderweg al
gezien. Hij wilde graag een artikeltje plaatsen.
Er kwam nog een vrouw bij staan en die heeft me begeleid
naar de boekhandel. Tuurlijk midden in het oude stadje. Over de marktplaats,
tussen de kraampjes en in een zijstraat, ingeparkeerd voor de boekhandel. De
vrouw lette wel even op de paardjes. Zij vond het prachtig. Al gauw was de
krantenman er ook weer bij. Hij vond het prachtig. Dit hadden ze nog niet gehad
in het stadje.
Ik rij tussen de landerijen door richting een dorpje aan een meer. Dat lijkt me wel wat, straks met mijn voeten in het water en hoop daar een plekje te vinden. Gelukkig waait het en is de warmte draaglijk. Het is zeker 30 graden.
Ik zie een rij bomen dicht bij elkaar met lekker gras
eronder. Dat is een mooi plekje voor een pauze.
Ik span wat touwen hoog tussen de bomen en zet de paarden
daar met een looplijn aan vast. Dat is een prima systeem. Hebben ze net genoeg
ruimte om goed te kunnen eten en kan ik ook ontspannen op mijn kont gaan
zitten. De paarden genieten van de rust.
Ze eten een kwartiertje en staan al gauw te soezen. Ze gaan prima samen die
twee. Er is een duidelijke hierarchie. Tasunke is een echte merrie en kan nog
wel eens narrig reageren op andere paarden. Daarbij heeft ze nog wel eens losse
hoefjes.
Altijd ff rekening mee houden. Thuis zet ik ze nooit
naast elkaar. Hier in den vreemde lijkt dat opeens te veranderen. Ze zijn nu
echt op elkaar aangewezen en afhankelijk van elkaar en staan ze hier zonder
problemen dicht naast elkaar. Met het rijden is het duidelijk; Omar voorop en
Tasunke achter.
Na een uurtje gaan we weer verder en anderhalf uur later
zijn we bij een mooi dorpje aan het meer, Ik kijk al om me heen of ik iets zie.
Niet echt. Ik vraag het aan een man, maar die weet niet zo gauw wat. Als ik nog
wat door rij naar het strand, daar zijn wat weilandjes, zegt ie. Klinkt goed.
Als ik daar aankom, is het strand 6 mtr lang en het gras
10 kontjes hoog en met geen mogelijkheid af te zetten. Dat gaat hem niet worden
dus. Ik vraag nog eens bij een vrouw die ik tegen kom. Die geeft ook aan dat
hier niks is. Een dorpje 4 km verder op, daar is een rijstal. Dan daar maar
heen.
Daar aangekomen schiet ik gelijk een man aan. Die vertelt
dat die stal allang is opgeheven. Misschien bestaan de weides dan nog wel,
opper ik. Nee, ook niet. In het volgende dorp, Carlshof genaamd, is wel iemand
met paarden en weides. Om hem aan te geven dat ik er niet zoveel vertrouwen in had, vertel ik hem heel voorzichtig dat ik dit 2
dorpen terug ook al hoorde. Nee, dit was echt zo.
Ik heb niet zoveel keus, dus op naar Carlshof. Weer 3 km
verder. Als het zo door gaat ben ik snel thuis. Was trouwens een mooi stukje om
te rijden.
In Carlshof stuitte ik al snel op een weide met paarden,
met daarnaast nog meer lege weides. Er was een huis naast , waar ik aanbelde.
Dat was niet de eigenaar, maar wilde die wel bellen en mijn vraag voorleggen.
Niet te pakken te krijgen. Wat nou. De man wist haast wel zeker dat hij nog
langs zou komen. Nou, wachten dan maar. Toen ik bij het huis wegliep, zag ik
een man tussen de paarden lopen. Gelukkig. Ik sprak hem aan. Ook hij was de
eigenaar niet. Hij had daar 3 paarden lopen en
dacht dat het geen probleem was
als ik bleef. Het verlossende antwoord lag nog steeds bij de eigenaar. De man,
Thomas genaamd, bracht me al wel naar een grote loods waar ik de paarden alvast
af kon zadelen en ook afspuiten, want ze waren behoorlijk nat onder de zadels.
Daar kwam de eigenaar aan en stelde zich voor als Torsten.
Krachtig gebouwd, hartelijk en ik schat hem rond de 45. Hij was al op de hoogte
en ging gelijk over tot organiseren. De paarden konden daar, de spullen daar,
ik kon er met mijn tent bij, maar dat wilde hij niet hebben. Er was onweer
opkomst en dan wilde ie niet dat ik in een tent zat. Binnen was een werkplaats,
annex paardenkamer, daar zette hij een stretcher neer voor me, in een nevenruimte was een wasbak en stond van alles te drinken, waarvan ik mocht pakken,
eten ging ook gebeuren en daarna gingen we gezamenlijk een biertje drinken.
Nah, wat vond ik van het plan? Mij zal je niet horen
klagen. In deze situatie ben ik al heel snel tevreden. Ik denk ook niet dat ik
ook maar enige inspraak in de organisatie had. We beklinken het met een
biertje. In Dld is alles (goed) georganiseerd en de rollen/takenverdeling
duidelijk. Vinden ze fijn en daar moet je niet mee rommelen.
Ik heb de paarden nog maar net in de weide staan, of een
regenbui barst los. Goede timing. Nog een biertje dan maar en een slok wodka. Ze drinken
hier allemaal wodka. Duidelijk nog een gewoonte die ze graag van de Russen
hebben overgenomen. Een fles kost ook niks hier en de schappen staan er vol
mee. Ik doe een beetje rustig aan met dat spul. Ze drinken hier ook veel
Radler. Bier met 2% alcohol en
aangelengd met een limo smaakje. Citroen en grapefruit, vind ik nog lekker ook.
Torsten is ingenieur van beroep. Waarin is me nog niet
duidelijk. Daar zijn we nog niet aan toe gekomen. De generaals pet is af en het
is gewoon een aardige pief. Hij vind het prachtig wat ik doe. Wil ook wel zoiets. Hij houdt van vissen en
jagen. Het is wel een mannetje. Het is telkens wij mannen en die vrouwen.
Thomas is niet zo groot, stevig, buikje en een leger joggingpak met t-shirt in
de broek en elastiek 20 cm onder de oksels. Hij praat snel, een beetje
binnensmonds, Duits en in die combinatie
dus moeilijk te verstaan. Hij blijkt rechter van beroep. Dat zou je zo niet
zeggen.
Hij pakt er de landkaart bij en begint gelijk mijn
volgende route uit te stippelen. Dit is mooi, dat ook en ik moet zo gaan en zo
gaan. Het gaat me te zigzag en zeg dat ik een beetje directere lijn wil om mijn
doel te bereiken. Ok, gaan we opnieuw. Cramon wordt de volgende aanlegplaats.
Daar is een paardengebeuren. Eigenaar is tevens hoefsmid en volgens Torsten de
beste die er is en een kennis van hem. Moet ik gelijk naar mijn hoeven laten
kijken. Ik zeg dat ze net beslagen zijn. Dat maakt niet uit. Toch laten kijken.
Even later zegt Thomas tegen mij; kom, we gaan. Wat gaan
we doen dan! We gaan de route met de auto rijden, dan kan hij me nog dingen
aanwijzen, waar ik rekening mee moet houden. Okeeee.
Thomas en ik kruipen in een oud Corsaatje en gaan op pad.
Op de terugweg stoppen we bij een restaurant en eten een hapje. Het is hier
allemaal aanzienlijk goedkoper dan bij ons en voor 14,50
Heb ik goed gegeten en gedronken.
Bij terugkomst staat Torsten ons al op te wachten. Hij
vindt het nu toch wel tijd dat we er een gezellige avond van gaan maken en aan
het bier slaan. We lopen naar zijn huis, want zijn vrouw is toch ook wel
nieuwsgierig naar die zwervende Hollander. Het is een groot vierkant, alleenstaand
huis, welke een erfenis is van zijn ouders, incluis 10 ha grond. Het is een avond van verbroedering, goede
verstandhouding, dromen en wensen, die om de 3 minuten even door Torsten beklonken
wordt door met zijn flesje tegen mijn flesje aan te tikken. Blijkt dat we ook
wat gemeenschappelijks hebben. Ze zijn ook in Argentinie geweest en ook op wat
dezelfde plekken. We maken vervolgens ook nog even een rondje langs de paarden,
een flesje bier mee voor onderweg. We hebben af en toe wel steun nodig bij
elkaar om op het rechte pad te blijven. Nog 1 afzakkertje(wodka) in de loods en
met een vriendschapsverklaring voor het leven nemen we afscheid van elkaar.
Hoezo is het eenzaam en saai alleen op pad. Ik moet echt
een dag voor mezelf gaan inbouwen
Woensdag, 5 augustus
Het wordt een prachtige afwisselende rit door de Meck.
Schweiz. met stukjes bos, meertjes, uitgestrekte graanvelden, landhuizen,
kasteeltjes. Het is een glooiend landschap.
De landwegen zijn afwisselend van ondergrond. Dan weer zand, met en zonder beton banen, of
natuurstenen. Die laatsten lopen het minst lekker doordat ze oneffen en van
verschillende grootte zijn.
Wat er ook heel veel zitten zijn insecten. Nog nooit
zoveel dazen meegemaakt. Horzels, muggen in alle maten en soorten en een soort
bij met een vleugelwijdte van een cm of 6. Echt een minpuntje.
Ik heb gelukkig vliegendekens meegenomen, maar er blijft
nog genoeg bloots om in te prikken. Zelf moet ik er ook aan geloven. Vooral in
de bossen is het drama en ik probeer die dan ook zoveel mogelijk te mijden.
De rit van vandaag is zo’n 25 km en die doe ik alleen
stap, want het is weer behoorlijk warm. Binnen vier en half uur(incl. pauze)
waren we al in Cramon, onze plaats van bestemming. Omar had er weer flink de
pas in.
Bij de stal aangekomen staat een vriendelijke, corpulente
Hoefsmid, met gereedschap in de hand, me te woord. Dit is Dietmar, tevens
eigenaar van het spul.
Plekje heeft ie voor me. Hij wijst naar een wei voor mijn
paarden en een plek voor mijn tent. We spreken elkaar verder later wel, want
hij is net bezig.
Ik installeer de paarden en mezelf en ga eens rondkijken.
Croman is niet meer dan een straat met wat huizen en dus deze rijstal. De
straat loopt eigenlijk dwars door de opstalling heen. Het bestaat uit 2 grote en 1 hele grote
stal/loods, alles in een L-vorm. De bouwstenen zijn van dat grauwgele oude steen. Er is een zeer grote rijpiste met springhindernissen.
In de piste staan grote bomen. Ziet er allemaal heel sfeervol uit. 1 gebouw is stal, de ander heeft een
binnenbak en de hele grote(85 mtr lang) is opslag voor hooi en stro. Ik schat dat
er zo’n 20 paarden lopen.
De paarden lopen onrustig door de weide, vanwege de insecten. Omar heb ik gelijk zijn pak aangetrokken en Tasunke doe ik ook maar een vliegendeken op. Ik zie dat de lies en koker van Omar vol met bulten zit en zijn koker ook opgezwollen is. Ik smeer het maar in met wat spul.
De onrust blijft en zo krijgen de paarden geen rust, die
ze wel nodig hebben. Ik wil morgen naar een iets grotere plaats en dan daar 2
dagen rust. Is een langere rit, dus moeten ze uitgerust zijn.
Gelukkig zijn er nog boxen vrij en zet ik ze binnen in
een koele stal.
Donderdag, 6 augustus
De eerste pechdag dient zich aan. Dat begon eigenlijk
gisteravond al toen bleek dat het ventiel van mijn selffloating luchtbed niet
meer deed wat ie moet doen. Nml. afsluiten. Hij loopt dus ook weer van ’self’ leeg.
Gelukkig heb ik dan nog 2 pads die ik er onder kan leggen.
Vroeg opgestaan,
eerst even bij de paarden kijken en verzorgen, inpakken, opzadelen, wegwezen.
Toen ik Omar zijn deken van de rug haalde kromp hij al in elkaar van de pijn.
Zijn hele manenkam dik opgezwollen, knalhard en vooral vlak boven zijn schoft
kapot. Stuk vel hing er aan. Als je er maar naar keek, sprong ie een gat in de
lucht. En dat was niet van plezier. Dat wordt dus niet weggaan. Ik ga met
Dietmar overleggen of ik nog kan blijven en wat verder te doen. Geen enkel probleem en in ieder geval een
dierenarts bellen en koelen, stelt hij voor.
De dierenarts geeft wat spuitjes tegen de pijn, zwelling
en jeuk. Verder afwachten tot de boel weer beter wordt. Kan dus een aantal
dagen duren. Ik haal Omar niet meer van stal, voordat het beter is.
Ondertussen kan ik me eens bedenken wat verstandig en
handig is. Ik sta nu op een prima plek waar ik dit soort dingen op kan vangen.
Het oponthoud vind ik niet zo erg. Dat hoort erbij en ik heb geen enkele haast.
Dit moment komt wel vroeg, want ik ben eigenlijk net weg, maar ok.
Ik bedenk me ook dat dit dus geheid weer gebeurt en wat
als ik geen beschikking heb over een stal. Die wond herstelt wsl wel snel, maar
blijft voorlopig ff een kwetsbare plek. Ook ga ik eens even een kostenberekening
maken. Dierenarts €110,-. Stalling voor 2 paarden, voor ik weet nog niet
hoelang!
Geen idee wat dat eigenlijk kost hier. Eerst maar weer
overleggen met Dietmar.
€ 20,- , zegt ie. Ik zeg; hoe bedoel je. Per paard, per
dag? Nee zegt, ie; voor alles en blijf zolang het nodig is. Ik kan mijn oren
niet geloven. Hij zegt; die boxen staan toch leeg, je hebt pech, je bent een
aardige goser, ik zit niet echt verlegen om dat geld en voor de formaliteit
betaal je alleen voor het hooi, dan hoef je je ook niet schuldig te voelen.
Omar
Is een echt
Criolllootje. 12 jaar, klein, stevig, taai, loeisterk en vreselijk cool in de
kop. In de omgang heb ik nog niet zo’n vriendelijk en meegaand paard gehad. Je
kunt eronder, ervoor, erachter en zelfs erop zitten. Toch heeft hij ook
karakter en is niet de makkelijkste om te rijden. Hij heeft ook niet de
allerfijnste zit. Nobody is perfect en neem hem maar zoals ie is. Voor een
tocht als dit is hij perfect. Het is een diesel. Even 10 minuten warmdraaien,
dan gaat de turbo erop en stapt ie in fors tempo door, tot ie er bij neervalt.
Tasunke heeft ook alle vertrouwen in hem en volgt blindelings waar ie gaat en
wat ie doet.
Een paar maanden
geleden begon ie plots te schuren van de jeuk. Had ie anders nooit. Ik weet dat
Zomerekseem zich plotseling aandient, maar toch bloedonderzoek laten doen naar
een aantal dingen. Cushing onderzoek was gratis dus dit ook gelijk maar
meenemen. Blijkt ie dus de ziekte van Cushing te hebben. Goedaardige tumor in
hypofyse van de hersenen, dat toch wel een aantal funkties/organen in het
lichaam verstoord. Dit is hoofdzakelijk een oude paarden kwaal, maar komt ook
al voor bij paarden van 7. Ik herken wat symptomen bij Omar. Die tumor is niet
te bestrijden, maar met medicijnen kun je wel zorgen dat het lichaam weer
normaal functioneert. Ik ben daar 3 weken geleden mee begonnen. Ik hoop/wens natuurlijk dat dat jeuken er ook
mee te maken heeft en dat dit weer beter/anders wordt. Misschien ook niet. Het
is natuurlijk wel balen, dat ik weer een probleempaard heb. Als Omar dan nog
een paar jaar een beetje normaal mee kan vind ik het prima en verwacht toch wel
dat zo’n tumor ook gewoon zijn eigen gang gaat. Ik ben er al aan gewend dat die
Criollos hier en bij mij, niet oud worden.
Vrijdag, 7 augustus
Over de 30 graden. Er is een heuveltje met bomen erop en
een grote houten tafel met banken. Ik maak dit mijn huiskamer. Prima plek in de
schaduw met wind en een uitzicht over een uitgestrekte pampa van 200ha, waar
een kudde vleeskoeien op lopen. Ook zie ik hier met regelmaat kraanvogels en
herten. Mooi dus.
Ik stort me op het werken met de gps in combinatie met
het programma ‘Basecamp’ op de laptop. Ik wil routes aanmaken en overzetten op
de gps. Als ik waypoints heb aangemaakt en om wil zetten in een route,
verandert de pc telkens mijn plan ergens. Kan niet ontdekken waarom. Laptop
gaat weer de tas in. Klote ding. Morgen maar weer eens proberen.
In het dorp 2km verderop is een winkel en ga daar lopend
mijn natje en droogje halen. De prijzen liggen aanzienlijk lager dan bij ons.
Ik heb een 1 pits gastoestelletje bij me. Ik koop een blikje kant
en klaar vlees in saus. Wat wijn en knof er bij, stukje brood, sla erbij en is makkelijk en prima te eten.
en klaar vlees in saus. Wat wijn en knof er bij, stukje brood, sla erbij en is makkelijk en prima te eten.
Ik zorg wel dat ik constant divers fruit en wortels bij
me heb. Verder crackers, snelle Jelles enz. voor het geval dat ik geen winkels
tegenkom.
Dietmar nodigt me uit voor de vrijdagavondborrel met de
familie, een werknemer en wat vrienden.
Vaste afsluiting van de werkweek en inluiden van het
weekend.
De familie bestaat uit vrouw Manu, dochters Susie en
Steffie, opa en oma. Allemaal even vriendelijk en hartelijk. Ik wordt door
Manu uitgenodigd om bij hun gebruik te
maken van de douche(zal ik al zo stinken!) en om warm mee te eten. Ze hebben
toch altijd te veel. Half 12 ’s morgens gewoon aankloppen.
Heel gezellig in mijn huiskamer op een mooie zwoele
zomeravond. Ik hoor dat er in mijn heuvel, in de DDR tijd (fuer die Wende,
zeggen ze hier) een illegale stokerij verstopt zat. Als er iets is wat ze uit
die tijd in ere hebben gehouden is dat Wodka. De schappen in de winkels staan
er vol mee.
Het wordt redelijk laat en Dietmar en ik doen het licht
uit. Het is verbazend hoe sentimenteel zo’n grote, solide man na 1 fles Wodka
kan worden. Ik heb er weer een vriend voor het leven bij. Ik mag Dietmar graag.
Fijne man.
Zaterdag, 8 augustus
De zwellingen zijn geslonken, maar er blijft nog een
lelijke wond over en het doet Omar ook erg pijn als ik de wond of omgeving
aanraak. Ik ben hier de eerste dagen nog niet weg. Omar moet op stal blijven,
want ik kan hem geen deken opleggen. Gelukkig schuurt hij niet meer en zitten
er geen beestjes in de stal. Hij ondergaat dit stalarrest heel gelaten en maakt
er geen punt van. Dat scheelt. Het waait gelukkig behoorlijk en daardoor kan ik
af en toe een rondje met hem lopen, zodat hij toch wat beweging krijgt.
Ik besluit mijn tocht niet verder te gaan zo. Kan niet.
Als de wond weer wat genezen is, blijft het kwetsbaar. 1 keer licht schuren en
de boel ligt weer open. Zo’n tocht is niet geschikt voor een paard met ekseem.
Zeker niet in een gebied als dit. Ik had al een beetje twijfels voordat ik
wegging, maar doordat ik er zo dicht op zit dacht/hoopte ik het wel te kunnen beheersen.
Ik heb het er met Teresa ook al wel over gehad en die
zei; Ga nou maar, als er iets fout gaat, kom ik je zo ophalen. Dat is
natuurlijk heel fijn en een stimulans om toch te gaan. Nu is het dan zover. Morgen maar eens
overleggen met Teresa, wanneer ze me op
kan halen.
Zondag, 9 augustus
Teresa moet nog wat dingen regelen en komt dinsdag mijn
kant op. Top.
Het is deze zondag super mooi weer. Niet te warm en trek
mijn wandelschoenen aan en trek de Pampa op. Ik verbaas me over het bestand van
de weides hier.
Het gras wat hier staat is geen productie gras, maar natuurlijk gras, met enorm veel plantjes, bloemetjes en kruiden. Het ruikt gewoon lekker. Volgens Manu kun je er zo thee van trekken. Er zijn hier geen Melkkoeien. De vleeskoéien zien er ook gewoon ‘lekker’ uit en hebben hier een geweldig leven, voordat ze geslacht worden. Doet me denken aan Argentinie. Af en toe springt er een hertje voor mijn voeten op. Die hebben hier ook hun leger. Eentje blijft zo’n 30 meter verder naar me staan kijken wat ik verder van plan ben. Die heeft hier wsl. een jong liggen en ik trek me wat terug om de boel niet te verstoren.
Het gras wat hier staat is geen productie gras, maar natuurlijk gras, met enorm veel plantjes, bloemetjes en kruiden. Het ruikt gewoon lekker. Volgens Manu kun je er zo thee van trekken. Er zijn hier geen Melkkoeien. De vleeskoéien zien er ook gewoon ‘lekker’ uit en hebben hier een geweldig leven, voordat ze geslacht worden. Doet me denken aan Argentinie. Af en toe springt er een hertje voor mijn voeten op. Die hebben hier ook hun leger. Eentje blijft zo’n 30 meter verder naar me staan kijken wat ik verder van plan ben. Die heeft hier wsl. een jong liggen en ik trek me wat terug om de boel niet te verstoren.
Ik vraag Dietmar later hoe het hier met de zomerekseem
staat, omdat ik toch ook geloof, dat voedsel een belangrijke veroorzaker is.
Hij heeft als hoefsmid een groot klantenbestand en komt tot 3 ekseempaarden. Waarvan 2 Friezen. Er wordt hier niet
ge-injecteerd. Ze hebben hier ook geen overvolle gierputten. De enigste putten
zijn van Varkensstallen. Hij vertelt me heel voorzichtig, dat er diverse
Hollandse Varkensboeren zitten die hier met veel geld heen komen en megastallen
bouwen van 20.000 varkens. Daar zijn ze hier niet blij mee. Die lui hebben
overal lak aan. Er zijn erbij die de mestputten zo in de meertjes lozen. Maken
de markt voor de kleine boertjes hier kapot en gedragen zich a-sociaal. Wat ze
in Holland niet mogen, doen ze hier. 2 jaar geleden is er zo’n boer ergens dood
gevonden. Vermoord.
Dinsdag, 10 augustus
Teresa arriveert rond 16.00 in Cramon. Ik ben blij haar
te zien. Ik zit hier op een mooi plekje met
schatten van mensen, maar ik ben toch ook wel klaar hier. Omar is inmiddels wel weer zover opgeknapt dat ie weer op pad kan. De zwelling is volkomen weg en de wond geneest ook zeer snel.
schatten van mensen, maar ik ben toch ook wel klaar hier. Omar is inmiddels wel weer zover opgeknapt dat ie weer op pad kan. De zwelling is volkomen weg en de wond geneest ook zeer snel.
We besluiten er nog een dagje vakantie aan te plakken en
nu met auto, gaan we een dag naar Warnemunde, een oud vissershaventje met strand
vlak tegen Rostock aan.
Was heel gezellig.
Donderdag pakken we de boel in en doen we Rostock - Kootwijk in 8-9 uur. Einde van een trip die zo mooi had kunnen zijn.
Natuurlijk is het een beetje anti climax als je toch al
zo lang een tocht wil maken en elke keer weer door pech met paarden teruggefloten
wordt. Ik ben al een tijdje op zoek naar een 2-e paard die makkelijk mee kan en
heb die eindelijk gevonden in Tasunke en dan valt de zekere factor Omar weer
uit. Het blijft onvoorspelbaar met paarden en vooral de import Criollo zet me
tot nadenken.
Wat 2 maanden had moeten duren, zijn maar 2 weken
geworden. Het waren wel 2 hele leuke weken en heb geleerd dat er ook hier hele
pure, vriendelijke en gastvrije mensen zijn. Iets waar ik overigens nooit aan
getwijfeld heb. Er waren mensen(Duitsers) die verbaasd waren dat ik zo’n tocht ongepland
maak en zo maar op de bonnefooi ergens aanklop voor overnachting. Dat gaat hier
niet. Je bent in Duitsland, zeiden ze. Ik weigerde dat te geloven. Het waren
wel stadsmensen die dat zeiden.
Ik kan het ook wel weer makkelijk loslaten en maar eens
verder kijken wat de toekomst brengt.