maandag 17 augustus 2015

Rostock - Kootwijk




Waarom een rit door Duitsland!  Wsl. Omdat ik het land niet zo goed ken en heb gelezen, gehoord en toch ook de laatste jaren gesnuffeld dat het vreselijk mooi is. Groot met weidse natuur. Bergen trekken me niet zo, dus kom je al gauw in het noorden uit.  Het oude oost Duitsland heeft natuurlijk ook nog de laatste tig jaren een culture en politieke ontwikkelingen meegemaakt, welke ik van dicht bij eens wil bekijken. Daarbij is het zeer dun bevolkt, met een ongerepte en uitgestrekt natuur.
Ik ben van de na-oorlogse generatie en hadden we het vroeger alleen over de moffen. Duitsland was een land welke je gebruikte om zo snel moegelijk doorheen te rijden.  Zo’n 10 jaar geleden kwam ik in aanraking, via de Criollopaarden, met wat Duitsers en dat waren nog aardige mensen ook.  Mijn kennissenkring werd al snel steeds groter en de social media maakt het allemaal toegankelijker. Ik ben er al diverse keren op bezoek geweest bij Criollomensen en ik heb een andere blik gekregen.
Ik sta er zeg maar, open voor.







Vrijdag, 31 juli
Vandaag gaat het dan eindelijk gebeuren. Elly brengt mij naar Kootwijk, waar ik met Ad om 7.30 heb afgesproken. Spulletjes overladen, paarden in de trailer en op naar Dalwitz, Rostock.  Gelukkig loopt Tasunke ook direct, zonder problemen de trailer op. Ik had wat verzet verwacht, omdat ze het nog niet zo gewend is, maar onterechte gedachte dus. Met prachtig weer rijden we, uitgezwaaid door Elly, Teresa en Jan, het avontuur tegemoet.
De rit van zo’n 600 km verloopt probleemloos. Een beetje file bij Hamburg, mocht de pret niet drukken. Na Hamburg wordt het ook al snel rustiger op de weg en aan de kleur van het asfalt en de plaatsnamen die eindigen op -ow(Wardow, Thelkow etc.) of op -itz, merk je dat je een beetje andere wereld in rijdt. Soms zie je een plaatsnaam ook nog in het Russisch vermeld. Het oude DDR.






 
Rond 16.30 rijden we het terrein van landgoed Dalwitz op en melden ons bij de receptie. Eerst de paarden op de wei en dan naar ons appartement, die in een zijvleugel van het landhuis zelf is. Het klinkt allemaal luxe en dat is het ook wel een beetje, maar om te beginnen wel lekker. De komende 2 maanden zal ik het hoofdzakelijk van de luxe van een tentje moeten hebben.
De paarden gaan op een weide met allemaal bomen. Hierbij hou ik mijn hart en beetje vast ivm schuren van Omar. Het is ook gelijk een goede test, want dit soort weides zal ik vaker tegenkomen. Het gaat gelukkig goed. Een beetje wrijven, maar dat mag.
In het restaurant gaan we een hap eten hebben een prima steak van eigen koe, gegrilled op een echt houtvuur a la sud America. Goed glas wijn er bij.  De boys uit Holland zijn in de stemming.






La Primera
Is het paarden onderdeel van landgoed Dalwitz, welke in bezit is van de adellijke familie Basewitz. Al sinds 1300. Groot 3000 ha.

Aan het einde van WO2 is de familie er door de Russen uitgezet en is het in staatshanden geweest. Met het vallen van de muur(die Wende), kwam ook het landgoed weer vrij en dus terug bij de Basewitzjes. De rechthebbende Heinrich Basewitz(zeg maar Heino), landbouwkundig ingenieur, was op dat moment werkzaam aan een project in Uruguay, samen met vriend/collega Conrad Hoyos. Ook een Duitse graaf met Spaanse achtergrond.
De beiden graafjes zaten daar te fantaseren wat ze met het landgoed konden doen.
Criollos fokken. Aldus geschiedde. Een paar merries en een hengst werden overgevlogen en nu 25 jaar later lopen er zo’n 100 Criollos rond en zijn er al heel wat verkocht.
Conrad ken ik van mijn contacten met de Duitse criollowereld. Karsten en ik zijn daar een aantal jaren geleden ook ooit op een criolloweekend bij hem thuis geweest.
Ik heb La Primera altijd al eens willen bezoeken en dit is een mooie aangelegenheid.

Volgende morgen gaan we eens informeren waar al die mooie Criollos staan.
Gabriel is de beheerder van de stal en legt ons eea uit over de situatie van de paarden op La primera. Zijn vrouw Monica zal ons rondleiden vanmiddag, om 14.00uur, anders vinden we het niet. We kunnen al wel kijken naar een groep merries met hengst, niet al te ver van het dorpje.

Dat kunnen we mooi te paard doen. Ad kan op Omar. Hij heeft nog nooit op een ander paard gezeten, dan zijn paso Peruano hengst. Hij gaat altijd mee met Criolloritten, maar dit wordt dus zijn eerste echte Criollorit. De rit gaat over een binnenweg. Hoofdzakelijk poepkeien.
Op de aangewezen plek zien we geen Criollos. We rijden maar een stukje en zijn op tijd terug voor de rondleiding.




Met Monica gaan we met de auto eerst de door ons gemiste groep
bekijken. Door het hek, over een heuvel vinden we de schitterende tostado hengst omringt door aan een stuk of 10 merries en wat veulens. De hengst is voor veel geld geimporteerd uit Uruguay. De paarden lopen te samen met een kleine kudde koeien. Wat hier direct opvalt is de enorme weidsheid. Zeer grote weides met bossage en een meertje.




Vervolgens gaan we een aantal km verderop naar een weide waar een Moro hengst loopt. Deze
hengst is eigen fok. Mooi,stoer, compact, sterk paard. Ook hij loopt met een paar merries.
We krijgen nog een weide met jonge merries en eentje met ruinen te zien. Die laatste moesten we echt zoeken, omdat alles zo groot is. Geweldig zoals de paarden hier bijna op z’n zuid Amerikaans kunnen rondlopen. Het zijn stuk voor stuk mooie paarden. Dan zie je toch wel heel duidelijk het verschil tussen echte criollos en mestizos.
Monica kan ons ook veel vertellen over de rest van landgoed, wat hoofdzakelijk een bio agrarisch bedrijf is. Naast de landbouw ook nog een kippenbedrijf(10.000 stuks), puur alleen eieren, en ook nog 800 vleeskoeien. Alles Bio. Met dan ook nog verhuur van vakantie woningen/appartementen, een heel gevarieerd bedrijf met 25 man/vrouw personeel.





Zondag om 7.30 hangt Ad de trailer achter zijn auto en gaat weer terug naar huis. Het is een schitterende ochtend en ik loop op mijn gemak nog een tijdje tussen een kudde van ongeveer 20 paarden, die vlak achter het landhuis in een mooie weide staan te dagdromen in de ochtendzon. Het is een ontzettend mooi sfeertje.

























Daarna ga ik mijn spullen pakken, want ik moet nog een nachtje verhuizen naar een andere kamer. Wat heb ik toch een hoop spullen bij me. 2 zadels is ook al veel slepen. Als extra heb ik ook 2 uitrijvliegendekens en nog een vliegendeken evt. voor Tasunke en/of reserve voor Omar. De paarden moeten gelukkig hun eigen troep zelf dragen en het past er allemaal op.
Om 16.00 belt Christine op vanuit Berlijn, dat ze nog langs wil komen. Verrassend en gezellig. Ik zou bij haar langs gaan in Berlijn, maar net die tijd is ze er niet, dus dan zo maar om elkaar toch nog te zien. Ze blijft ook slapen. De bank is vrij.

Maandag 3 augustus

Vandaag dan mijn eerste dag op pad. Ik moet eerst weer alles goed inpakken en het blijft nog een beetje zoeken, hoe en waar ik alles logisch instop en ook weer terug kan vinden. Links en rechts moeten qua gewicht ook in balans zijn  De basis dingen zitten nog in mijn geheugen opgeslagen van de vorige trip. Alleen heb ik nu met 2 paarden te maken.
Tasunke is pakpaard en alles gaat op mijn oude westernzadel. Dat past goed en blijft goed liggen
Belangrijke dingen hou ik bij me op Omar. Moet natuurlijk niet hebben dat Tasunke er met mijn geld en papieren van doorgaat.
Het opzadelen vraagt veel tijd en vraagt nog wat routine. Dat zal elke dag sneller gaan. Eindelijk ben ik zover. Ik had wel wat vroeger weg gewild, maar het is niet anders. Ik hoef de eerste dag niet zover. Als ik maar weg ben. Even in het ritme komen. Ik wordt uitgezwaaid door Christine.

De eerste paar uur zijn de paarden wat onrustig. Zullen ze in de gaten hebben dat ze in Duitsland zitten! Er zitten erg veel dazen en ondanks de vliegendekens valt er nog genoeg bloots te vinden om in te prikken. Tasunke wil er maar naast lopen en dat is niet handig met de pakzadels op kniehoogte.
Het is erg dun bevolkt dus ook rustig op de wegen. Vooral op de binnenweggetjes kom je haast geen mens tegen. We gaan ook veel over landwegen tussen de enorm uitgestrekte graanvelden.


Het landschap is glooiend en doet een beetje denken aan Noord Frankrijk. Zo om de 3 km  wel een dorpje, maar dat zijn vaak niet meer dan een paar huizen.
Ik maak een navigatie fout en rij 5 km verkeerd. Opletten Paul. Na de lunchpauze gaat het beter met de paarden en loopt Tasunke weer braaf achter me. Het is ook behoorlijk warm.


Om 16.00 komen we in het dorpje Dodendorf. Ik vind het mooi geweest en we moeten maar eens op zoek naar een slaapplek. We komen langs een simpel plat huis en in een soort garage zitten een oudere man en jongere vrouw met een baby op schoot in een paar oude fauteuils. Achter het huis had een ik kleine weide gezien. Ik vraag of ze een plekje voor me weten. Weide voor de paarden en mijn tent.
Ze komen allebei uit de stoel en ze overleggen even. Nou, als mijn paarden binnendoor
gaan kunnen ze wel op de weide achter het huis. Eerst maar eens kijken. Door een bijkeuken en de hoek om door een halletje ging het naar achteren.
Als er wat troep aan de kant geschoven wordt en de paarden voor het huis afzadelen, gaat het wel lukken. De man werd helemaal enthousiast. Dat vindt ie nou leuk. Ondertussen stonden er al zo’n
Man of wat op de stoep te kijken naar wat er nou toch weer gebeurde in het dorp. De man met wandelstok in de ene- en Omar in de andere hand voorop en ik met Tasunke erachter aan. Het paste allemaal net. Langs een woeste hond in een hok komen we op het
weidje. Perfecte plek. Nog grotendeels omheind ook. Een paar touwen erbij en klaar.
Water voor de paarden kwam uit een diepe put. Moest persee van die man daaruit komen. Paarden moeten goed water hebben. Het duurde ff, want er moest een pomp naar beneden en voordat die werkte, was de dorst al bijna over. Niet voor ons, want ik stond al gauw met een pot bier in mijn hand. Er liepen diverse jonge mensen rond. Elke keer weer een ander gezicht. Hoe de relaties nou waren werd niet helemaal duidelijk. De man had 1 zoon, een schoondochter + kleinkind, vertelde die, en die woonde bij hem in. Het duurde ff voordat ik door had wie de zoon nou was. Die kwam pas later binnen want die werkte. Er was nog een meisje die werkte en de rest was allemaal werkeloos.
De man heet Kurt en al snel hadden we het, ivm die werkloosheid, over het oude systeem. Kurt miste  dat. Toen bestond er geen werkeloosheid en had iedereen een huis. Iedereen had het weliswaar niet breed, maar het was er. De Russen waren toffe peren. Hadden hem nog geholpen met zijn huis bouwen. Ook Poetin was een toffe peer. Die man had tenminste ballen en liet zich niet wegdrukken door het westen. Om het gezellig te houden ben ik er maar niet verder op ingegaan. Kurt was gescheiden en had last van epilepsie. Hij vond het leuk dat al die jongelui bij hem over de vloer kwamen. Ze hebben veel lol en er wordt veel gedronken. Vooral de weekenden waren bal.
Ik was blij dat het maandag was. Kurt is verder een lieve, vriendelijke man en ik was blij met mijn plekje.

Dinsdag 4 augustus

Het is erg warm Met de voorbereiding gutste het me al van de kop. Het werd weer later dan ik had gewild. Kurt stond er op dat ik eerst nog koffie dronk. Een paar jonge mannen zaten al weer aan het bier. Je kunt maar dorst hebben.
Ik wilde eerst naar Teterow om goede kaarten te kopen. Teterow is een grotere plaats en er zal vast wel een boekhandel zijn.
De route naar Teterow ging over een dijk, waar vroeger een spoorlijn gelopen had. Af en toe kwamen we nog een stuk rails tegen. Vlak voor Teterow, na zo’n 6 km.  2 verspringende muurtjes over het pad. Gedver. Ik had weinig zin om dat hele stuk weer terug te gaan. Tussen de muurtjes zat wel een doorgang, maar ik twijfelde of Tasunke er met die uitstekende tassen tussen door kon. De muurtjes leken net zoo hoog dat de tassen er overheen konden. Misschien ook niet. Eerst Omar er door. No problemo. Als Tasunke heel voorzichtig en rustig ging, kon het, met een beetje tillen van de tas net.
Tasunke ging niet heel voorzichtig. Die drukte gewoon door. Ik hoorde het schuren. De schade viel gelukkig mee. Het leer van de stijgbeugel was wat afgeschuurd. Kan ik mee leven.
1 km verder weer zo’n obstakel, met een nog smallere doorgaan. Scheisse, om het maar op z’n Frans te zeggen. Tegen beter weten in probeerde ik het, maar gelukkig was Omar zo verstandig om er niet doorheen te willen. Ik bekeek de zijkanten. Aan 1 kant liep een redelijk diep gelegen en begroeide greppel/sloot, waarvan ik niet kon zien hoe het met de bodem gesteld is, met aan de andere kant een graanveld. Dan zo maar. Ging gelukkig goed. Met wat hindernissen en over een fabrieksterrein kwamen we  vlak buiten Teterow uit.
Aan de grens stond een man met een camera me op te wachten. Of het mocht;  Ja, van mij wel.

Hij was van de plaatselijke krant en had me onderweg al gezien. Hij wilde graag een artikeltje plaatsen.
Er kwam nog een vrouw bij staan en die heeft me begeleid naar de boekhandel. Tuurlijk midden in het oude stadje. Over de marktplaats, tussen de kraampjes en in een zijstraat, ingeparkeerd voor de boekhandel. De vrouw lette wel even op de paardjes. Zij vond het prachtig. Al gauw was de krantenman er ook weer bij. Hij vond het prachtig. Dit hadden ze nog niet gehad in het stadje.
Gelukkig had de boekhandel goede kaarten en kon ik weer op pad.















Ik rij tussen de landerijen door richting een dorpje aan een meer. Dat lijkt me wel wat, straks met mijn voeten in het water en hoop daar een plekje te vinden. Gelukkig waait het en is de warmte draaglijk. Het is zeker 30 graden.

Ik zie een rij bomen dicht bij elkaar met lekker gras eronder. Dat is een mooi plekje voor een pauze.
Ik span wat touwen hoog tussen de bomen en zet de paarden daar met een looplijn aan vast. Dat is een prima systeem. Hebben ze net genoeg ruimte om goed te kunnen eten en kan ik ook ontspannen op mijn kont gaan zitten.  De paarden genieten van de rust. Ze eten een kwartiertje en staan al gauw te soezen. Ze gaan prima samen die twee. Er is een duidelijke hierarchie. Tasunke is een echte merrie en kan nog wel eens narrig reageren op andere paarden. Daarbij heeft ze nog wel eens losse hoefjes.
Altijd ff rekening mee houden. Thuis zet ik ze nooit naast elkaar. Hier in den vreemde lijkt dat opeens te veranderen. Ze zijn nu echt op elkaar aangewezen en afhankelijk van elkaar en staan ze hier zonder problemen dicht naast elkaar. Met het rijden is het duidelijk; Omar voorop en Tasunke achter.

Na een uurtje gaan we weer verder en anderhalf uur later zijn we bij een mooi dorpje aan het meer, Ik kijk al om me heen of ik iets zie. Niet echt. Ik vraag het aan een man, maar die weet niet zo gauw wat. Als ik nog wat door rij naar het strand, daar zijn wat weilandjes, zegt ie. Klinkt goed.
Als ik daar aankom, is het strand 6 mtr lang en het gras 10 kontjes hoog en met geen mogelijkheid af te zetten. Dat gaat hem niet worden dus. Ik vraag nog eens bij een vrouw die ik tegen kom. Die geeft ook aan dat hier niks is. Een dorpje 4 km verder op, daar is een rijstal. Dan daar maar heen.
Daar aangekomen schiet ik gelijk een man aan. Die vertelt dat die stal allang is opgeheven. Misschien bestaan de weides dan nog wel, opper ik. Nee, ook niet. In het volgende dorp, Carlshof genaamd, is wel iemand met paarden en weides. Om hem aan te geven dat ik er niet zoveel vertrouwen in had,    vertel ik hem heel voorzichtig dat ik dit 2 dorpen terug ook al hoorde. Nee, dit was echt zo.
Ik heb niet zoveel keus, dus op naar Carlshof. Weer 3 km verder. Als het zo door gaat ben ik snel thuis. Was trouwens een mooi stukje om te rijden.
In Carlshof stuitte ik al snel op een weide met paarden, met daarnaast nog meer lege weides. Er was een huis naast , waar ik aanbelde. Dat was niet de eigenaar, maar wilde die wel bellen en mijn vraag voorleggen. Niet te pakken te krijgen. Wat nou. De man wist haast wel zeker dat hij nog langs zou komen. Nou, wachten dan maar. Toen ik bij het huis wegliep, zag ik een man tussen de paarden lopen. Gelukkig. Ik sprak hem aan. Ook hij was de eigenaar niet. Hij had daar 3 paarden lopen en   dacht dat het geen probleem was als ik bleef. Het verlossende antwoord lag nog steeds bij de eigenaar. De man, Thomas genaamd, bracht me al wel naar een grote loods waar ik de paarden alvast af kon zadelen en ook afspuiten, want ze waren behoorlijk nat onder de zadels.


Daar kwam de eigenaar aan en stelde zich voor als Torsten. Krachtig gebouwd, hartelijk en ik schat hem rond de 45. Hij was al op de hoogte en ging gelijk over tot organiseren. De paarden konden daar, de spullen daar, ik kon er met mijn tent bij, maar dat wilde hij niet hebben. Er was onweer opkomst en dan wilde ie niet dat ik in een tent zat. Binnen was een werkplaats, annex paardenkamer, daar zette hij een stretcher neer voor me, in een nevenruimte was een wasbak en stond van alles te drinken, waarvan ik mocht pakken, eten ging ook gebeuren en daarna gingen we gezamenlijk een biertje drinken.
Nah, wat vond ik van het plan? Mij zal je niet horen klagen. In deze situatie ben ik al heel snel tevreden. Ik denk ook niet dat ik ook maar enige inspraak in de organisatie had. We beklinken het met een biertje. In Dld is alles (goed) georganiseerd en de rollen/takenverdeling duidelijk. Vinden ze fijn en daar moet je niet mee rommelen.
Ik heb de paarden nog maar net in de weide staan, of een regenbui barst los. Goede timing. Nog een biertje dan maar en een slok wodka. Ze drinken hier allemaal wodka. Duidelijk nog een gewoonte die ze graag van de Russen hebben overgenomen. Een fles kost ook niks hier en de schappen staan er vol mee. Ik doe een beetje rustig aan met dat spul. Ze drinken hier ook veel Radler.  Bier met 2% alcohol en aangelengd met een limo smaakje. Citroen en grapefruit, vind ik nog lekker ook.
Torsten is ingenieur van beroep. Waarin is me nog niet duidelijk. Daar zijn we nog niet aan toe gekomen. De generaals pet is af en het is gewoon een aardige pief. Hij vind het prachtig wat ik doe.  Wil ook wel zoiets. Hij houdt van vissen en jagen. Het is wel een mannetje. Het is telkens wij mannen en die vrouwen. Thomas is niet zo groot, stevig, buikje en een leger joggingpak met t-shirt in de broek en elastiek 20 cm onder de oksels. Hij praat snel, een beetje binnensmonds,  Duits en in die combinatie dus moeilijk te verstaan. Hij blijkt rechter van beroep. Dat zou je zo niet zeggen. 
Hij pakt er de landkaart bij en begint gelijk mijn volgende route uit te stippelen. Dit is mooi, dat ook en ik moet zo gaan en zo gaan. Het gaat me te zigzag en zeg dat ik een beetje directere lijn wil om mijn doel te bereiken. Ok, gaan we opnieuw. Cramon wordt de volgende aanlegplaats. Daar is een paardengebeuren. Eigenaar is tevens hoefsmid en volgens Torsten de beste die er is en een kennis van hem. Moet ik gelijk naar mijn hoeven laten kijken. Ik zeg dat ze net beslagen zijn. Dat maakt niet uit. Toch laten kijken.
Even later zegt Thomas tegen mij; kom, we gaan. Wat gaan we doen dan! We gaan de route met de auto rijden, dan kan hij me nog dingen aanwijzen, waar ik rekening mee moet houden. Okeeee.

Thomas en ik kruipen in een oud Corsaatje en gaan op pad. Op de terugweg stoppen we bij een restaurant en eten een hapje. Het is hier allemaal aanzienlijk goedkoper dan bij ons en voor 14,50
Heb ik goed gegeten en gedronken.
Bij terugkomst staat Torsten ons al op te wachten. Hij vindt het nu toch wel tijd dat we er een gezellige avond van gaan maken en aan het bier slaan. We lopen naar zijn huis, want zijn vrouw is toch ook wel nieuwsgierig naar die zwervende Hollander. Het is een groot vierkant, alleenstaand huis, welke een erfenis is van zijn ouders, incluis 10 ha grond.  Het is een avond van verbroedering, goede verstandhouding, dromen en wensen, die om de 3 minuten even door Torsten beklonken wordt door met zijn flesje tegen mijn flesje aan te tikken. Blijkt dat we ook wat gemeenschappelijks hebben. Ze zijn ook in Argentinie geweest en ook op wat dezelfde plekken. We maken vervolgens ook nog even een rondje langs de paarden, een flesje bier mee voor onderweg. We hebben af en toe wel steun nodig bij elkaar om op het rechte pad te blijven. Nog 1 afzakkertje(wodka) in de loods en met een vriendschapsverklaring voor het leven nemen we afscheid van elkaar.

Hoezo is het eenzaam en saai alleen op pad. Ik moet echt een dag voor mezelf gaan inbouwen


Woensdag, 5 augustus

Het wordt een prachtige afwisselende rit door de Meck. Schweiz. met stukjes bos, meertjes, uitgestrekte graanvelden, landhuizen, kasteeltjes. Het is een glooiend landschap.
De landwegen zijn afwisselend van ondergrond.  Dan weer zand, met en zonder beton banen, of natuurstenen. Die laatsten lopen het minst lekker doordat ze oneffen en van verschillende grootte zijn.


Ik zie elke dag wel herten lopen. Er zitten ook veel kraanvogels. Door de vele meertjes, relatief dichtbij zee, ook veel zeearenden. Die zweven zo mooi.
Wat er ook heel veel zitten zijn insecten. Nog nooit zoveel dazen meegemaakt. Horzels, muggen in alle maten en soorten en een soort bij met een vleugelwijdte van een cm of 6. Echt een minpuntje.
Ik heb gelukkig vliegendekens meegenomen, maar er blijft nog genoeg bloots om in te prikken. Zelf moet ik er ook aan geloven. Vooral in de bossen is het drama en ik probeer die dan ook zoveel mogelijk te mijden.
De rit van vandaag is zo’n 25 km en die doe ik alleen stap, want het is weer behoorlijk warm. Binnen vier en half uur(incl. pauze) waren we al in Cramon, onze plaats van bestemming. Omar had er weer flink de pas in.




Bij de stal aangekomen staat een vriendelijke, corpulente Hoefsmid, met gereedschap in de hand, me te woord. Dit is Dietmar, tevens eigenaar van het spul.
Plekje heeft ie voor me. Hij wijst naar een wei voor mijn paarden en een plek voor mijn tent. We spreken elkaar verder later wel, want hij is net bezig.
Ik installeer de paarden en mezelf en ga eens rondkijken. Croman is niet meer dan een straat met wat huizen en dus deze rijstal. De straat loopt eigenlijk dwars door de opstalling heen.  Het bestaat uit 2 grote en 1 hele grote stal/loods, alles in een L-vorm. De bouwstenen zijn van dat grauwgele oude steen. Er is een  zeer grote rijpiste met springhindernissen. In de piste staan grote bomen. Ziet er allemaal heel sfeervol uit.  1 gebouw is stal, de ander heeft een binnenbak en de hele grote(85 mtr lang) is opslag voor hooi en stro. Ik schat dat er zo’n 20 paarden lopen.
















De paarden lopen onrustig door de weide, vanwege de insecten. Omar heb ik gelijk zijn pak aangetrokken en Tasunke doe ik ook maar een vliegendeken op. Ik zie dat de lies en koker van Omar vol met bulten zit en zijn koker ook opgezwollen is. Ik smeer het maar in met wat spul.
De onrust blijft en zo krijgen de paarden geen rust, die ze wel nodig hebben. Ik wil morgen naar een iets grotere plaats en dan daar 2 dagen rust. Is een langere rit, dus moeten ze uitgerust zijn.
Gelukkig zijn er nog boxen vrij en zet ik ze binnen in een koele stal.

 Donderdag, 6 augustus
De eerste pechdag dient zich aan. Dat begon eigenlijk gisteravond al toen bleek dat het ventiel van mijn selffloating luchtbed niet meer deed wat ie moet doen. Nml. afsluiten. Hij loopt dus ook weer van ’self’ leeg.
Gelukkig heb ik dan nog 2 pads  die ik er onder kan leggen.
Vroeg  opgestaan, eerst even bij de paarden kijken en verzorgen, inpakken, opzadelen, wegwezen. Toen ik Omar zijn deken van de rug haalde kromp hij al in elkaar van de pijn. Zijn hele manenkam dik opgezwollen, knalhard en vooral vlak boven zijn schoft kapot. Stuk vel hing er aan. Als je er maar naar keek, sprong ie een gat in de lucht. En dat was niet van plezier. Dat wordt dus niet weggaan. Ik ga met Dietmar overleggen of ik nog kan blijven en wat verder te doen.  Geen enkel probleem en in ieder geval een dierenarts bellen en koelen, stelt hij voor.
De dierenarts geeft wat spuitjes tegen de pijn, zwelling en jeuk. Verder afwachten tot de boel weer beter wordt. Kan dus een aantal dagen duren. Ik haal Omar niet meer van stal, voordat het beter is.
Ondertussen kan ik me eens bedenken wat verstandig en handig is. Ik sta nu op een prima plek waar ik dit soort dingen op kan vangen. Het oponthoud vind ik niet zo erg. Dat hoort erbij en ik heb geen enkele haast. Dit moment komt wel vroeg, want ik ben eigenlijk net weg, maar ok.   
Ik bedenk me ook dat dit dus geheid weer gebeurt en wat als ik geen beschikking heb over een stal. Die wond herstelt wsl wel snel, maar blijft voorlopig ff een kwetsbare plek. Ook ga ik eens even een kostenberekening maken. Dierenarts €110,-. Stalling voor 2 paarden, voor ik weet nog niet hoelang!
Geen idee wat dat eigenlijk kost hier. Eerst maar weer overleggen met Dietmar.
€ 20,- , zegt ie. Ik zeg; hoe bedoel je. Per paard, per dag? Nee zegt, ie; voor alles en blijf zolang het nodig is. Ik kan mijn oren niet geloven. Hij zegt; die boxen staan toch leeg, je hebt pech, je bent een aardige goser, ik zit niet echt verlegen om dat geld en voor de formaliteit betaal je alleen voor het hooi, dan hoef je je ook niet schuldig te voelen. 






Omar

Is een echt Criolllootje. 12 jaar, klein, stevig, taai, loeisterk en vreselijk cool in de kop. In de omgang heb ik nog niet zo’n vriendelijk en meegaand paard gehad. Je kunt eronder, ervoor, erachter en zelfs erop zitten. Toch heeft hij ook karakter en is niet de makkelijkste om te rijden. Hij heeft ook niet de allerfijnste zit. Nobody is perfect en neem hem maar zoals ie is. Voor een tocht als dit is hij perfect. Het is een diesel. Even 10 minuten warmdraaien, dan gaat de turbo erop en stapt ie in fors tempo door, tot ie er bij neervalt. Tasunke heeft ook alle vertrouwen in hem en volgt blindelings waar ie gaat en wat ie doet.
Een paar maanden geleden begon ie plots te schuren van de jeuk. Had ie anders nooit. Ik weet dat Zomerekseem zich plotseling aandient, maar toch bloedonderzoek laten doen naar een aantal dingen. Cushing onderzoek was gratis dus dit ook gelijk maar meenemen. Blijkt ie dus de ziekte van Cushing te hebben. Goedaardige tumor in hypofyse van de hersenen, dat toch wel een aantal funkties/organen in het lichaam verstoord. Dit is hoofdzakelijk een oude paarden kwaal, maar komt ook al voor bij paarden van 7. Ik herken wat symptomen bij Omar. Die tumor is niet te bestrijden, maar met medicijnen kun je wel zorgen dat het lichaam weer normaal functioneert. Ik ben daar 3 weken geleden mee begonnen.  Ik hoop/wens natuurlijk dat dat jeuken er ook mee te maken heeft en dat dit weer beter/anders wordt. Misschien ook niet. Het is natuurlijk wel balen, dat ik weer een probleempaard heb. Als Omar dan nog een paar jaar een beetje normaal mee kan vind ik het prima en verwacht toch wel dat zo’n tumor ook gewoon zijn eigen gang gaat. Ik ben er al aan gewend dat die Criollos hier en bij mij, niet oud worden.


Vrijdag, 7 augustus

Over de 30 graden. Er is een heuveltje met bomen erop en een grote houten tafel met banken. Ik maak dit mijn huiskamer. Prima plek in de schaduw met wind en een uitzicht over een uitgestrekte pampa van 200ha, waar een kudde vleeskoeien op lopen. Ook zie ik hier met regelmaat kraanvogels en herten. Mooi dus.

Ik stort me op het werken met de gps in combinatie met het programma ‘Basecamp’ op de laptop. Ik wil routes aanmaken en overzetten op de gps. Als ik waypoints heb aangemaakt en om wil zetten in een route, verandert de pc telkens mijn plan ergens. Kan niet ontdekken waarom. Laptop gaat weer de tas in. Klote ding. Morgen maar weer eens proberen.
In het dorp 2km verderop is een winkel en ga daar lopend mijn natje en droogje halen. De prijzen liggen aanzienlijk lager dan bij ons. Ik heb een 1 pits gastoestelletje bij me. Ik koop een blikje kant
en klaar vlees in saus. Wat wijn en knof er bij, stukje brood, sla erbij en is makkelijk en prima te eten.
Ik zorg wel dat ik constant divers fruit en wortels bij me heb. Verder crackers, snelle Jelles enz. voor het geval dat ik geen winkels tegenkom.
Dietmar nodigt me uit voor de vrijdagavondborrel met de familie, een werknemer en wat vrienden.
Vaste afsluiting van de werkweek en inluiden van het weekend.
De familie bestaat uit vrouw Manu, dochters Susie en Steffie, opa en oma. Allemaal even vriendelijk en hartelijk. Ik wordt door Manu  uitgenodigd om bij hun gebruik te maken van de douche(zal ik al zo stinken!) en om warm mee te eten. Ze hebben toch altijd te veel. Half 12 ’s morgens gewoon aankloppen.
Heel gezellig in mijn huiskamer op een mooie zwoele zomeravond. Ik hoor dat er in mijn heuvel, in de DDR tijd (fuer die Wende, zeggen ze hier) een illegale stokerij verstopt zat. Als er iets is wat ze uit die tijd in ere hebben gehouden is dat Wodka. De schappen in de winkels staan er vol mee.
Het wordt redelijk laat en Dietmar en ik doen het licht uit. Het is verbazend hoe sentimenteel zo’n grote, solide man na 1 fles Wodka kan worden. Ik heb er weer een vriend voor het leven bij. Ik mag Dietmar graag. Fijne man.

Zaterdag, 8 augustus

De zwellingen zijn geslonken, maar er blijft nog een lelijke wond over en het doet Omar ook erg pijn als ik de wond of omgeving aanraak. Ik ben hier de eerste dagen nog niet weg. Omar moet op stal blijven, want ik kan hem geen deken opleggen. Gelukkig schuurt hij niet meer en zitten er geen beestjes in de stal. Hij ondergaat dit stalarrest heel gelaten en maakt er geen punt van. Dat scheelt. Het waait gelukkig behoorlijk en daardoor kan ik af en toe een rondje met hem lopen, zodat hij toch wat beweging krijgt.
Ik besluit mijn tocht niet verder te gaan zo. Kan niet. Als de wond weer wat genezen is, blijft het kwetsbaar. 1 keer licht schuren en de boel ligt weer open. Zo’n tocht is niet geschikt voor een paard met ekseem. Zeker niet in een gebied als dit. Ik had al een beetje twijfels voordat ik wegging, maar doordat ik er zo dicht op zit dacht/hoopte ik het wel te kunnen beheersen.
Ik heb het er met Teresa ook al wel over gehad en die zei; Ga nou maar, als er iets fout gaat, kom ik je zo ophalen. Dat is natuurlijk heel fijn en een stimulans om toch te gaan.  Nu is het dan zover. Morgen maar eens overleggen met Teresa,  wanneer ze me op kan halen.

Zondag, 9 augustus

Teresa moet nog wat dingen regelen en komt dinsdag mijn kant op. Top.
Het is deze zondag super mooi weer. Niet te warm en trek mijn wandelschoenen aan en trek de Pampa op. Ik verbaas me over het bestand van de weides hier.
Het gras wat hier staat is geen productie gras, maar natuurlijk gras, met enorm veel plantjes, bloemetjes en kruiden. Het ruikt gewoon lekker. Volgens Manu kun je er zo thee van trekken. Er zijn hier geen Melkkoeien. De vleeskoéien zien er ook gewoon ‘lekker’ uit en hebben hier een geweldig leven, voordat ze geslacht worden. Doet me denken aan Argentinie. Af en toe springt er een hertje  voor mijn voeten op. Die hebben hier ook hun leger. Eentje blijft zo’n 30 meter verder naar me staan kijken wat ik verder van plan ben. Die heeft hier wsl. een jong liggen en ik trek me wat terug om de boel niet te verstoren.      
Ik vraag Dietmar later hoe het hier met de zomerekseem staat, omdat ik toch ook geloof, dat voedsel een belangrijke veroorzaker is. Hij heeft als hoefsmid een groot klantenbestand en komt tot 3 ekseempaarden.  Waarvan 2 Friezen. Er wordt hier niet ge-injecteerd. Ze hebben hier ook geen overvolle gierputten. De enigste putten zijn van Varkensstallen. Hij vertelt me heel voorzichtig, dat er diverse Hollandse Varkensboeren zitten die hier met veel geld heen komen en megastallen bouwen van 20.000 varkens. Daar zijn ze hier niet blij mee. Die lui hebben overal lak aan. Er zijn erbij die de mestputten zo in de meertjes lozen. Maken de markt voor de kleine boertjes hier kapot en gedragen zich a-sociaal. Wat ze in Holland niet mogen, doen ze hier. 2 jaar geleden is er zo’n boer ergens dood gevonden. Vermoord.    


Dinsdag, 10 augustus

Teresa arriveert rond 16.00 in Cramon. Ik ben blij haar te zien. Ik zit hier op een mooi plekje met
schatten van mensen, maar ik ben toch ook wel klaar hier. Omar is inmiddels wel weer zover opgeknapt dat ie weer op pad kan. De zwelling is volkomen weg en de wond geneest ook zeer snel.
We besluiten er nog een dagje vakantie aan te plakken en nu met auto, gaan we een dag naar Warnemunde, een oud vissershaventje met strand vlak tegen Rostock aan.
Was heel gezellig.



Donderdag pakken we de boel in en doen we Rostock - Kootwijk in 8-9 uur. Einde van een trip die zo mooi had kunnen zijn.
Natuurlijk is het een beetje anti climax als je toch al zo lang een tocht wil maken en elke keer weer door pech met paarden teruggefloten wordt. Ik ben al een tijdje op zoek naar een 2-e paard die makkelijk mee kan en heb die eindelijk gevonden in Tasunke en dan valt de zekere factor Omar weer uit. Het blijft onvoorspelbaar met paarden en vooral de import Criollo zet me tot nadenken.
Wat 2 maanden had moeten duren, zijn maar 2 weken geworden. Het waren wel 2 hele leuke weken en heb geleerd dat er ook hier hele pure, vriendelijke en gastvrije mensen zijn. Iets waar ik overigens nooit aan getwijfeld heb. Er waren mensen(Duitsers) die verbaasd waren dat ik zo’n tocht ongepland maak en zo maar op de bonnefooi ergens aanklop voor overnachting. Dat gaat hier niet. Je bent in Duitsland, zeiden ze. Ik weigerde dat te geloven. Het waren wel stadsmensen die dat zeiden.

Ik kan het ook wel weer makkelijk loslaten en maar eens verder kijken wat de toekomst brengt.